-
1 acte
acte [aakt]〈m.〉♦voorbeelden:prendre acte de qc. • iets constaterendont acte • waarvan akteactes de terrorisme • terreurdadenfaire acte d'autorité • met gezag optredenfaire acte de candidature • zich kandidaat stellenfaire acte de présence • zich kortstondig ergens vertonen, van zijn aanwezigheid blijk gevenfaire acte de bonne volonté • zijn goede wil tonenpasser aux actes • overgaan tot handelen1. m1) akte, stuk2) daad, handeling3) bedrijf [theater]2. actesm plverslag, handelingen -
2 prendre acte de qc.
prendre acte de qc. -
3 observer
observer [opservee]1 gadeslaan ⇒ waarnemen, observeren, in het oog houden4 in acht nemen ⇒ naleven, zich houden aan♦voorbeelden:3 faire observer qc. • iets opmerken, iets zeggenfaire observer qc. à qn. • iemand opmerkzaam maken op ietsfaire observer la loi • de wet doen nalevenv1) gadeslaan, observeren2) onderzoeken3) opmerken4) naleven, in acht nemen
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia